zaterdag 16 februari 2013

de Toverpiano

De Toverpiano (6+) is een kameropera voor twee zangers, slagwerk en toverpiano, geproduceerd door Holland Opera.
Het libretto van Joke Hoolboom is gebaseerd op het stuk "De jongen van zee" van Ignace Cornelissen.

Muziek: Toek Numan
Libretto: Joke Hoolboom
Regie: Arlon Luijten
Vader: Niek Idelenburg
Otto: Florian Just
Slagwerk: Chris Saris


"De Toverpiano, een verhaal over een doodgewone jongen, Otto. Zijn vader heeft echter grote plannen met hem: Otto moet en zal een beroemd pianist worden. Urenlang zit hij achter de piano, kaarsrecht met een boek op zijn hoofd. Gek wordt hij ervan!
Maar er is meer aan de hand in het huis van Otto.  Zijn moeder is verdwenen, de nieuwe butler zwijgt en in de klok woont een meeuw...  Humor, slapstick en tragiek én natuurlijk veel muziek."

De beide hoofdpersonen in deze opera zitten ieder op hun eigen manier gevangen. Vader Theofiel bijt zich vast in het idee dat zijn zoon pianist moet worden, waarvoor deze moet oefenen, oefenen en nog eens oefenen. En de zoon, Otto, wil dat helemaal niet, maar heeft geen keus.
De études die hij speelt en ook de beklemmende sfeer in de kamer, zijn allemaal geschreven vanuit een speciale toonladder, namelijk eentje zonder grondtoon, dat wil zeggen zonder begin en zonder einde: de octotonische toonladder. Die symboliseert de kamer, en de uitzichtloosheid van de situatie waarin vader en zoon vastzitten.

Maar af en toe verschijnen de butler James of de verdwenen moeder in beeld, en als dat gebeurt verandert de muziek. Er komt perspectief in, de muziek krijgt een grondtoon en daarmee richting. 
De muziek van James heeft een prettige en vaak rare, speelse kleur. De muziek van moeder is melancholisch, verlangend.

In de loop van de opera raakt de octotonie steeds meer op de achtergrond. 
Vader en zoon ontdekken dat ze in de James- en in de moeder-sfeer nader tot elkaar komen, en dat is wat ze eigenlijk diep van binnen willen. Ze zien dat ze vastzitten, en de tijd tikt maar door… Ze raken in gesprek. Otto komt in opstand. Vader ontploft. Ze botsen en uiteindelijk komen ze tot elkaar, en gaan spelen, gek doen. Zo vinden ze elkaar in de droom en in een gedeeld verlangen naar de moeder.


De piano staat centraal in het verhaal. Otto zit er bijna aan vastgeketend, maar soms ook "spreekt" de moeder juist door de piano.
Naast de piano is er steeds een slagwerker op het toneel. Hij is a.h.w. de verteller van het verhaal. M.b.v. zijn instrumenten–een marimba, vibrafoon, een synthesizer en ander klein slagwerk–becommentarieert en stuurt hij de gebeurtenissen. Zo helpt hij vader en zoon om elkaar te vinden.